© Kwh1050, via Wikimedia Commons

Adam Tooze: Shutdown

Adam Tooze is terug. De economisch historicus maakte enkele jaren geleden furore met Gecrasht, zijn boek over de financiële crisis van 2008 en de nasleep daarvan. In Shutdown pakt hij de draad weer op in 2020. Veel thema’s zullen de lezers van Gecrasht bekend voorkomen: de opkomst van China, de politieke ruzies in Europa, de totale verlamming van het Amerikaanse Congres. Maar Shutdown zou er nooit zijn gekomen zonder de ziekte die 2020 domineerde: corona.

Geplaatst op 27-12-2021.

Een pandemie werd allang voorspeld. In de afgelopen decennia leidden uitbraken van SARS, vogelgriep en Mexicaanse griep tot relatief weinig slachtoffers, maar het was slechts een kwestie van tijd voor een dodelijkere ziekte op zou duiken. In 2020 was het zover. Tooze beschrijft hoe Beijing ook voor Chinese begrippen hard ingreep, terwijl de westerse regeringen in februari de situatie totaal onderschatten. Tegen maart besloot een groot deel van de wereld tot een lockdown, en was 95% van alle economieën in een ongekend snelle krimp gestort.

Op de financiële markten brak natuurlijk de pleuris uit. In onzekere tijden, en zeker in economisch zwaar weer, zou je een vlucht naar veilige activa als staatsobligaties verwachten. In maart was ook dat te onveilig. Investeerders wilden maar één ding: cash. De ramp in wording was dus dat de berg overheidsschuld die altijd als een veilige investering werden gezien snel minder waard zou worden. Niet dat dat meteen een probleem zou zijn voor de balansen van financiële instellingen: die stonden er in 2020 een stuk beter voor dan 2008. De kapitaalbuffers van banken zijn het afgelopen decennium gestaag opgehoogd. Een groter probleem van de dalende vraag naar staatsobligaties was dat de liquiditeit van het hele financiële systeem hiermee op het spel kwam te staan. Als je je obligatiespaarpotje niet meer kan omzetten in geld, heb je ook geen geld om andere activa te kopen. Zo dreigde het opdrogen van de markt voor staatsobligaties het hele systeem omver te trekken.

Zover is het niet gekomen omdat centrale banken als de Federal Reserve en de ECB meteen zwaar geschut inzetten. De wapens die ze sinds 2008 hadden ontwikkeld werden weer van stal gehaald. Met massale aankopen van overheidsschuld werden de financiële markten gestabiliseerd, en al snel begonnen die zich te herstellen. Terwijl de reële economie verlamd was door de lockdowns groeiden de op de aandelenmarkten belegde vermogens ongestoord door. Tooze wijst er dan ook op dat deze reddingoperatie uiteindelijk vooral een relatief kleine groep rijken heeft geholpen.

Hij uit ook andere kritiek op het systeem dat hij beschrijft. Zo heeft hij, zelf woonachtig in New York, met voelbare frustratie de laatste maanden van het tijdperk-Trump meegemaakt. De trage aanpak van de klimaatcrisis kan ook op hoon rekenen, net als de bijdrage van – bijvoorbeeld – de Nederlandse regering aan het debat over het Europese coronanoodfonds. Dat zou je subjectieve geschiedschrijving kunnen noemen, maar het heeft een reden. Tooze lijkt zich vooral op te winden over politici die de ernst van een situatie niet inzien, en die negeren wat er nodig is om het op te lossen.

Op één punt is Tooze overigens vrij terughoudend in zijn oordeel: de juridische status van de ECB. Volgens de Europese verdragen mag de ECB de overheden van eurolanden niet direct financieren. Een groep conservatieve Duitsers had een paar jaar terug opgemerkt dat het kopen van staatsobligaties effectief op hetzelfde neerkomt, en vond dat dit beleid dus strijdig was met het Europese Werkingsverdrag. In mei 2020 vroeg het Duitse constitutioneel hof de ECB om opheldering. Ook al was het geen directe uitdaging van het opkoopprogramma, de vraag kwam toch op een ongelukkig moment. De ECB weigerde de vraag simpelweg te beantwoorden: ze vond dat ze geen verantwoording aan het Duitse constitutioneel hof schuldig was. Maar het is wel een vraag die een antwoord verdient.

Natuurlijk hield de ECB publiekelijk vol dat het haar puur om het ondersteunen van de obligatiemarkten te doen was, niet om geld in de Italiaanse schatkist te pompen. Maar wie Tooze’s boek leest kan niet ontsnappen aan het idee dat die verklaring op enig moment stopt waar te zijn. De obligatiemarkten waren na een paar weken wel gekalmeerd – hoe lang moet het opkopen dan nog doorgaan? Wanneer wordt het drukken van de rentes op staatsleningen het eigenlijke doel van het opkoopprogramma? En zelfs als dat verstandig beleid is, zou dat dan niet moeten zijn toegestaan binnen het Europees Verdrag? Is monetair beleid dus eigenlijk politiek van aard, en zo ja, hoeveel verantwoording moet de ECB dan afleggen, en aan wie? Tooze roept de vragen op, maar beantwoordt ze niet. Of althans, niet expliciet; soms is het al een statement om de vraag te stellen.

Niet alleen het rijke westen wordt besproken. Opkomende economieën hebben de laatste jaren geleerd het spel van de globalisering te spelen. Tooze wijst erop dat deze landen indien mogelijk staatsleningen in buitenlandse valuta, zoals dollars, vermijden. Ook raakt het vastzetten van de wisselkoers uit de mode, en zijn zelfs kapitaalcontroles niet meer onbespreekbaar. Tooze traceert het effect van deze strategieën tijdens de pandemie, van Mexico tot Zuid-Afrika en Indonesië. Bovendien praat hij ons bij over de recente onderhandelingen om ontwikkelingslanden schuldverlichting te bieden. Een mooi college voor wie de Financial Times niet dagelijks doorpluist.

Alle hoogtepunten uit het nieuws van 2020 komen langs. Black Lives Matter, de race om een vaccin te ontwikkelen, de Amerikaanse verkiezingen – het wordt allemaal behandeld. Veel daarvan is algemeen bekend, maar de verweving van die gebeurtenissen met economie maakt dit boek de moeite waard. Tooze weet dat de economie geen systeem in isolatie is: zij wordt beïnvloed door de wereldwijde politiek, door de naweeën van onze geschiedenis, en, zoals 2020 ons wel heel duidelijk maakt, door ons ecosysteem.

Hoe vergelijkt Shutdown met Gecrasht? In één woord: Shutdown is lichter. Het beslaat een kortere tijdsperiode dan het decennium van Gecrasht, dus zoals verwacht is het boek fysiek minder zwaar. Maar ook de inhoud is makkelijk te consumeren dan Gecrasht. Waar Gecrasht noodzakelijkerwijs vrij technisch werd om het instorten van de interbancaire geldmarkten te reconstrueren, is Shutdown heel vriendelijk voor de lezer. Shutdown is het verhaal van een financiële crisis die er uiteindelijk niet kwam. Daarom hoeven we minder diep in de haute finance te duiken.

Desondanks kan je Shutdown het beste laten liggen als economie je weinig interesseert. Als je de financiële stukken overslaat, krijg je een prima geschiedenis van 2020. Maar leer je dan iets wat jij, geïnformeerde burger die je bent, nog niet wist? Nee. Alleen voor echte nerds dus.